Herkeuring arbeidsongeschiktheid

Hier zal ik een bewerking geven van de text van de brochure "Om psychische redenen in de WAO en opnieuw beoordeeld worden? Informatie en tips ter voorbereiding."
Dat was een speciale uitgave van het blad WAO Berichten.
WAO-BERICHTEN is het kaderblad voor de WAO-beweging en is een uitgave van de Landelijke Vereniging van Arbeidsongeschikten (LVA). (www.lva-nederland.nl)
Deze speciale uitgave was uit april 1999, maar is nog zeer bruikbaar.

inhoud:

  1. belangenorganisaties
  2. Inleiding
  3. Oproep / bezoek aan de verzekeringsarts
  4. Bezoek arbeidsdeskundige
  5. Aandachtspunten
  6. Dag- en tijdsbesteding
  7. Presentatie tijdens gesprek


Belangenorganisaties

Landelijke Vereniging Arbeidsongeschikten:
www.lva-nederland.nl
(Bij 'adressen' staan adressen van lokale organisaties.)

top

Inleiding

Deze brochure is bedoeld voor mensen die op grond van psychische klachten een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling moeten ondergaan Daarbij kan het gaan om een eerste beoordeling of om een herbeoordeling.

Een goede voorbereiding op deze beoordeling is belangrijk. Mogelijk vraagt u zich af hoe u dit het beste kunt doen en hoe u zich tijdens de beoordeling het beste kunt gedragen: Wat kunt u er zelf aan doen om te bereiken dat de uitslag zo goed mogelijk aansluit bij uw gezondheidstoestand en uw mogelijkheden van dit moment. Daarover geeft deze brochure u tips en informatie.

Deze uitgave kunt u beschouwen als een bijlage bij een andere brochure: Beoordeling Arbeidsongeschiktheid.

Daarin vindt u (meer) informatie over het gesprek met de verzekeringsarts en met de arbeidsdeskundige. Evenals informatie over de methode van beoordeling. En in die brochure treft u informatie aan over de situatie nadat de beoordelingsprocedure is afgerond. Ondermeer bezwaar maken, een andere uitkering aanvragen, betaald of onbetaald werk verrichten etc. etc.

Vraag deze brochure op bij een provinciale belangenorganisatie bij u in de buurt. Voor de telefoonnummers: zie boven.

U kunt daar ook terecht indien u behoefte heeft aan meer advies of aan steun.

top

De oproep / bezoek aan de verzekeringsarts

De Oproep
U zult door de Uitvoeringsinstelling worden uitgenodigd voor één of meer gesprekken met de verzekeringsarts en daarna met de arbeidsdeskundige. Door welke Uitvoeringsinstelling u wordt opgeroepen is afhankelijk van uw beroep. Het kan zijn bij GAK, CADANS, GUO, SFB of USZO.

Bezoek Verzekeringsarts
In de beoordelingsprocedure krijgt u eerst een gesprek met de verzekeringsarts. Hij/zij heeft de taak om uw medische situatie te beoordelen. Het gaat dan om de vraag wat u allemaal wel kunt doen. Dit beoordeelt deelt hij/zij door eigen onderzoek en/of inwinnen van medische gegevens bij uw huisarts of specialist.

Een bezoek aan de verzekeringsarts omvat een gesprek en soms lichamelijk onderzoek. Het gesprek kan in duur verschillen Soms duurt een bezoek 10 minuten, soms een uur of langer.

Het gesprek gaat over uw gezondheid. Hoe het met u gaat. Vaak zal daarbij heel specifiek worden gevraagd wat u zoal doet op een dag, hoe uw dagbesteding er uit uitziet. Ook kan u bijvoorbeeld worden gevraagd of u vrijwilligerswerk doet, wat uw hobby's zijn en hoe u met sociale contacten omgaat. Er zal u misschien ook gevraagd worden of u vindt dat u betaald werk kunt doen, wat uw plannen en ideeën hierover zijn. De verzekeringsarts voegt deze informatie bij de informatie die hij/zij over u heeft gekregen van andere hulpverleners, uw huisarts, uw specialist, enz.

U kunt aan de verzekeringsarts vragen welke informatie hij/zij over u heeft. Ga na of die gegevens kloppen en niet verouderd zijn. Wanneer dit naar uw mening wel zo is dring er dan op aan dat contact opgenomen wordt met uw hulpverlener, huisarts of specialist.

U kunt zelf ook voorwerk doen, door de behandelaars te vragen om informatie op te sturen. U moet dan duidelijke afspraken Maken over welke informatie zij opsturen.

Huisartsen, specialisten en behandelaars kunnen geen uitspraken doen over uw arbeidsongeschiktheid. Dat mogen alleen mensen van de Uitvoeringsinstelling doen.

Wèl kunnen uw behandelaars een indicatie geven van uw psychische en lichamelijke gesteldheid op dit moment. En eventueel over de vooruitzichten.

De arts probeert dus een oordeel te vormen over wat u op dit moment aan kunt aan arbeidsbelasting. Hij/zij wordt geacht zich hierover een medisch objectief oordeel te vormen. Het kan daarbij zijn dat de verzekeringsarts tot de conclusie komt dat u geen arbeid of alleen arbeid in deeltijd aan kunt.

De verzekeringsarts gebruikt hierbij een lijst met 28 punten. Zie hiervoor de brochure "Beoordeling Arbeidsongeschikt". Bij 27 punten wordt gekeken naar uw lichamelijke situatie. Alleen bij punt 28 komt uw psychische situatie aan de orde. De medische beoordeling is dus vooral gericht op lichamelijke klachten en nauwelijks op psychische klachten. Des te belangrijker is het dat u zelf uw klachten goed naar voren brengt!

Bedenk daarbij ook dat het niet gaat om een ziektebeeld. Bijyooibeeld, iemand die manisch-depressief is kan met behulp van medicijnen prima in staat zijn om te werken. Het gaat dus de psychische klachten die u ondervindt!

Neem als het kan mee:

U heeft recht op duidelijke uitleg over alle onderzoeken, behandelingen en voorgeschreven medicijnen. Vraag de informatie op. Zonodig kunt u informatie over risicco's en bijwerkingen van medicijnen bij de apotheek opvragen. Als het nodig is, geef deze informatie aan de verzekeringsarts.

Als de verzekeringsarts zich een beeld heeft gevormd geeft hij zijn informatie door aan de arbeidsdeskundige.

top

Bezoek arbeidsdeskundige

De arbeidsdeskundige. moet nagaan welke arbeid u, in theorie, zou kunnen verrichten.

Hij doet dit door een vergelijking te maken. Hij vergelijkt wat u aankunt aan arbeidsbelasting (oordeel van de verzekeringsarts) met de arbeidsbelasting die nodig is voor de uitoefening van allerlei beroepen. In de praktijk gebeurt dit grotendeels via de computer. Hierin zitten zo'n 8000 beroepen. Voor ieder beroep is toegevoegd welke arbeidsbelasting deze functie met zich meebrengt.

Bij de beroepen die uit de computer rollen en die u in principe uit zou kunnen oefenen, kijkt de arbeidsdeskundige wat u daar mee zou kunnen verdienen.
Uw "maatmanloon" (afgeleide van uw oude inkomen) en het inkomen wat u nog zou kunnen verdienen worden met elkaar vergeleken. Het verschil daartussen bepaalt de hoogte van uw arbeidsongeschiktheidsuitkering.

Dus niet uw ziekte of handicap is bepalend voor de hoogte van de uitkering. Arbeidsongeschiktheid is het verlies aan verdienmogelijkheid als gevolg van ziekte of handicap.

Het gaat bovendien om een theoretische beoordeling. Dat wil zeggen dat het niet van belang is of u dit werk ook echt gaat verrichten dan wel of u dat inkomen ook feitelijk gaat verwerven.

In het gesprek dat de arbeidsdeskundige met u heeft, zal hij/zij zijn bevindingen laten horen. Mogelijk wordt u een lijstje getoond met beroepen waarvoor u nog geschikt geacht wordt en wat u hiermee zou kunnen verdienen. Vraag zo nodig naar dit lijstje.
De arbeidsdeskundige zal u laten weten wat hij/zij op basis hiervan zal adviseren over de mate van uw arbeidsongeschiktheid.

Afhankelijk van het aantal beroepen dat de arbeidsdeskundige voor u kan vinden en hetgeen u daarmee in theorie zou kunnen verdienen, is het advies geheel, gedeeltelijk of niet arbeidsongeschikt.

top

Aandachtspunten

Probeer een zo duidelijk mogelijk beeld te geven over uw situatie op het moment van het gesprek. Vooral als het om psychische, klachten gaat, is het niet altijd eenvoudig uit te leggen hoe het met u gaat. Probeer zoveel mogelijk voorbeelden te gebruiken uit uw dagelijkse leefsituatie.

Bijvoorbeeld:
Bepaalde activiteiten of bepaalde situaties roepen extra spanningen bij u op. Dat kan ertoe leiden dat u zich tot niets in staat voelt, dat u snel moet afhaken, dat het u niet lukt om uit huis te gaan dat u alsmaar in bed wilt blijven liggen. Laat ook weten wat het voor gevolgen voor u heeft waneer het zo gaat. Raakt u daardoor nog dieper in de put, maakt het extra nerveus? Of geeft het u juist rust, lucht het op.
Bijvoorbeeld:
Bepaalde activiteiten die u onderneemt of bepaalde situaties hebben een positieve invloed op u. U krijgt daardoor meer zelfvertrouwen, het leggen van contacten u daardoor gemakkelijker af of u krijgt er weer energie door. Hoe.voelt u zich daarna? Tevreden, opgelucht? Of extreem vermoeid of krijgt u misschien een terugslag?
Bijvoorbeeld:
Een half jaar geleden lukten bepaalde activiteiten of handelingen niet en nu doet u het toch. Of: U heeft regelmatig geprobeerd om weer aan bepaalde activiteiten beginnen maar het lukte niet omdat u er bijvoorbeeld onrustig, nerveus, gespannen, heel erg bang van werd.

De verzekeringsarts wil weten wat u in een arbeidssituatie aankunt. In welke opzichten kunt u veel hebben en in welke opzichten juist weinig? U zit er voor uzelf en u moet voor uzelf nagaan wat u kunt en wat u niet kunt. Belangrijke aandachtspunten waarin de verzekeringsarts is geïnteresseerd, zijn de volgende punten:

top

Uw dag- en tijdsbesteding

De verzekeringsarts zal u vragen stellen over wat u zoal doet op een dag. Bedenk daarbij dat u waarschijnlijk niet elke dag hetzelfde aankunt! Als u vertelt over uw bezigheden moet u daar dus rekening mee houden.

Probeer zo precies mogelijk aan te geven wat u doet en wat voor gevolgen dat voor u heeft. Ga uw klachten niet overdrijven, maar vertel ook niet een te rooskleurig verhaal!

De verzekeringsarts vraagt naar uw dagelijkse bezigheden, omdat dat iets, zegt over wat u eventueel in betaald werk nog zou kunnen.
Bedenk dan dat het heel goed kan zijn dat u bepaalde bezigheden, vrijwilligerswerk, hobby's, goed aankunt en dat ze u veel voldoening geven, maar dat dit niets zegt over uw geschiktheid voor betaald werk.
Als dit het geval is, is het belangrijk om duidelijk te maken waarom u dit doet, wat het u oplevert en waarom u het aankunt. En tegelijkertijd aan te geven waar uw belemmenngen zitten als u het als betaald werk zou doen.

Bijvoorbeeld:
Het kan zijn dat dankzij uw huidige activiteiten wordt voorkomen dat u veel zieker wordt dan u nu bent. Omdat u een dagritme heeft, of omdat u zorgt dat u onder de mensen bent, of omdat u zo het gevoel heeft dat uw leven zin heeft.

Het kan zijn dat u zichzelf op deze wijze kunt trainen in een aantal basisvaardigheden waardoor u straks in staat bent om u wat beter staande te houden in de maatschappij. Dit wil dan niet zeggen dat op dit moment in uw huidige activiteiten alles van een leien dakje gaat. Ook hier kunt u tegen dingen aanlopen die u moeilijk afgaan en die u soms het gevoel kunnen geven, dat u beter het bijltje er bij neer kunt gooien.

Het kan ook zijn dat u meer zicht krijgt op wat u wél en wat u niet aankunt; tegen welke obstakels u aanloopt, welke dingen u lukken. Deze ervaringen heeft u nodig voor uw verdere ontwikkeling.

Bijvoorbeeld:
Mevrouw Verhaar heeft al vanaf haar vroege jeugd veel last van angsten. Ze voelde zich erg onzeker in de omgang met andere mensen. Meestal trok ze zich dan ook terug.
Toch vond ze een baan als administratief medewerkster. Dankzij een vriendelijke, begripvolle chef kon ze zich prima handhaven. Tot die chef verdween. Ze ging overal tegenop zien, werd weer onzeker in contacten. Steeds erger staken angsten de kop op.
Dat ging drie jaar zo door. Tot het zo erg was geworden dat ze haar huis niet meer uit durfde. Met hulp krabbelde ze er weer bovenop. Ze is bovendien vrijwilligerswerk gaan doen.
Zo geeft ze vaak voorlichting voor groepen. Dat gaat prima; niets aan haar te merken. Buitenstaanders zullen denken: "Waarom werkt die vrouw niet gewoon?" Maar toch, als de druk te groot wordt, krijgt ze last van slapeloosheid en steken de oude angsten de kop op.
Als ze haar vrijwilligerswerk betaald zou moeten doen, zou het meteen weer mis gaan.

top

Uw presentatie tijdens het gesprek

Denk van tevoren na over wat u wilt vertellen. Doe dat bijvoorbeeld met behulp van iemand die kritische vragen stelt. Dat dwingt u om beter te vertellen wat voor uzelf heel vanzelfsprekend is maar voor een ander niet. Om niets te vergeten, kunt u deze punten vooraf noteren.

Het is goed om niet alleen maar af te wachten wat er aan u gevraagd wordt. U kunt ook aangeven dat u zelf graag wat dingen wilt vertellen.

Als u het moeilijk vindt om zelf dingen in te brengen, kunt u ze van te voren ook wat uitgebreider opschrijven. Ook kunt u dit door iemand anders laten doen. U kunt dit aan de verzekeringsarts laten lezen en daarna vragen waarover deze nog toelichting van u wil hebben.

U moet zich niet beter voordoen dan u zich voelt. Wees voorzichtig met uitspraken in de trant van "ik kan nu nog niet werken, maar over een poosje wel" of: "ik wil graag werken, maar ik weet niet of het lukt".
Misschien bent u geneigd om dergelijke uitspraken te doen alleen maar omdat u zo graag weer gezond zou willen zijn of omdat u het heel vervelend vindt wanneer de verzekeringsarts van u zou kunnen denken dat u uw klachten overdrijft. Dergelijke uitspraken kunnen door de verzekeringsarts ten onrechte worden uitgelegd alsof u in principe weer betaald werk aankunt. Bovendien weet u niet hoe uw situatie er over een halfjaar uitziet.
Ook een uitspraak als "Ik heb liever nog een jaartje de tijd" is niet verstandig. Zo'n uitspraak kan betekenen dat u best zou kunnen werken maar dat u het nog niet goed aandurft.
Het is aan de arts om te beoordelen in hoeverre uw gezondheid het eerste jaar nog geen betaald werk toelaat.

Probeer omgekeerd ook niet uw ziekte extra te dramatiseren door u zieker voor te doen dan u zich voelt. Dat zal al gauw als effect hebben dat de verzekeringsarts zich door u niet serieus genomen voelt. Dat roept gemakkelijk ergernis op.

Het is zeker van belang, dat u iemand meeneemt naar het gesprek, bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon. De verzekeringsarts kan de vertrouwenspersoon verzoeken niet bij het lichamelijk onderzoek aanwezig te zijn. Als u er echter op staat, mag de vertrouwenspersoon ook daarbij aanwezig zijn. Als u iemand meeneemt bespreek dan van te voren waarop die ander gaat letten.

Bijvoorbeeld:
U vraagt aan de ander of deze u over de emotionele momenten heen helpt.
Of dat de ander in de gaten wil houden dat alle vragen zijn gesteld en beantwoord (deze moet u dan wel samen vooraf doorgesproken hebben).
Of alles in het gesprek is in gebracht wat u wilt inbrengen.
Welke afspraken zijn gemaakt.

Laat de verzekeringsarts weten wat de oproep u heeft gedaan. Bijvoorbeeld dat u overstuur bent geraakt. Dat kan betekenen dat u tijdens het gesprek nog erg gevoelig bent voor stress, voor druk. Het kan ook betekenen dat u zich nog erg onzeker voelt.

Er gebeurt tijdens zo'n gesprek van alles met u waardoor u zich verdrietig, ontdaan, wanhopig of boos kunt voelen. Hoewel je hierover niets in zijn algemeenheid kunt zeggen, blijken veel verzekeringsartsen dit te begrijpen. Ze zullen er dan geen moeite mee hebben, wanneer deze emoties tijdens het gesprek tot uiting komen. Probeer toch, ondanks uw emoties, zoveel mogelijk correct te blijven. Vooral bij binnenkomst en vertrek. Geef in ieder geval een hand en kijk de ander aan.

top

Home (Laura)

ADHD en Borderline
    ADHD
    Borderline
    Overlap
    Wilskracht
    Is ADHD een hype?
    Boeken over ADHD
    Links ADHD en Borderline
    Schuld van de ouders?

Tips
    Algemeen
    PDA/Palm
    Software (met downloads!)
    Internet-veiligheid
    Webbouwen

Arbeidsongeschikt
    Herkeuring
    Reïntegratielogboek

Allerlei
    Boeken
    Blog
    Films
    Foto's
    Gastenboek
    Gastenboek-archief
    Geschiedenis Ratje-toe.nl
    Muziek
    Muziek instuderen met MidiPlay
    Recepten
    Trouwerij Laura en Mark!
    Vakantie
    Vrienden
    Zon

Zoeken binnen Ratje-toe.nl: